Nosoden

Een veel gestelde vraag is: Wat zijn nou eigenlijk nosoden?
Definitie van nosode (van nosos, het Griekse woord voor ziekte) is: homeopathische preparatie gemaakt van ziek weefsel of ziekteproducten. 

Het gebruik van nosoden is al 200 jaar bekend, in feite vormen ze de basis van de klassieke homeopathie. Nosoden hebben infectieus materiaal als uitgangsstof en zijn hiermee enigszins met een vaccin te vergelijken. 

Nosoden kunnen worden gemaakt van pathogene producten, vaccins, bacteriën en virussen. Veel nosoden werken volgens het isopathische principe en worden daarmee isoden of isonosoden genoemd. Isopathie wil zeggen dat een sterke verdunning van de ziekteverwekker zelf als geneesmiddel wordt toegediend. Hiermee wordt het gelijke met het gelijksoortige genezen (similia similibus curentur). 
Isoden bevatten ziektekiemen en stofwisselingsproducten van de patient zelf, zijn altijd maatwerk en specifiek afgestemd op het individuele ziektebeeld. (Een van de voorbeelden hiervan is hondsdolheid, waarbij de remedie voor deze ziekte oorspronkelijk op deze manier is ontwikkeld.) 

Over het gebruik en de werking van een nosode heersen onder homeopatische deskundigen twee verschillende meningen. 
- Enerzijds wordt gesteld dat een nosode het beste werkzaam is wanneer het wordt ingezet op het moment van ziekte (of op het moment van ziekvoelen door misschien eerder gebruikte medicamenten). Het doet dan dienst als oraal vaccin en is geschikt om, in vroeg stadium van de ziekte, de patiënt tegen die specifieke ziekte te immuniseren. Dit is volgens het homeopathische principe. 
Wanneer een nosode (preventief) tegen een bepaalde ziekte wordt ingezet terwijl er geen spoortje van deze ziekte in het lichaam is (wat niet volgens het homeopathische principe is), is het mogelijk dat er juist een reactie van het lichaam optreedt in de vorm van ziekteverschijnselen. Nosoden zouden daarom volgens deze opinie nooit preventief, in plaats van een allopathisch vaccin, ingezet moeten worden.
- Anderzijds meent men dat een nosode wel degelijk preventief kan beschermen en ingezet kan worden wanneer het dier in contact dreigt te komen met een ziekte. Als voorbeeld hiervoor wordt de kennelhoest genomen, waarvoor een nosode is ontwikkeld die met succes preventief wordt ingezet.

Als vuistregels voor het gebruik van nosoden worden gehanteerd:
- Vermijdt gebruik van nosoden bij een zwanger dier.
- Geef nooit preventief nosoden aan een dier dat een chronische of acute (andere) ziekte heeft.
- Geef geen nosoden aan een dier dat al een homeopathische behandeling krijgt of net achter de rug heeft, tenzij de behandelende homeopaat dit adviseert.
- Observeer het dier nauwkeurig, zowel van te voren als tot maanden later. Schrijf elke verandering, psychisch of fysiek, op.