terug |
Gebitsproblemen door Maryo van den Berg |
|
Verkeerde beet. Tanden en kiezen van een konijn groeien een leven lang door, dit is bij de meeste mensen wel bekend. Minder bekend is dat konijnen in de onderkaak twee, maar in de bovenkaak 4 snijtanden hebben. Achter de voorste zichtbare snijtanden bevinden zich nog twee korte tandjes, de zogenaamde slijttandjes. Hierop slijten de ondersnijtanden af, mits de stand van het gebit goed is. De boventanden slijpen zich langs de ondertanden. Een konijn hoeft daarom niet persé te knagen om de tanden af te laten slijten. De tanden slijten zichzelf al tijdens het kauwen van voedsel. Als de stand van het gebit niet goed is ontstaan er problemen, want dan kunnen de ondertanden niet afslijten en kunnen dan buiten de mond gaan groeien. Als de ondertanden doorgroeien, gaan de boventanden ook doorgroeien. Deze groeien vaak met een krul terug de mond in, en kunnen zich zelfs in het verhemelte boren. Een van de redenen voor scheefstand van het gebit is genetische verandering van de schedel, door fokken veroorzaakt. Als de tanden te lang worden krijgt een konijn problemen met eten. Het dier kan het voedsel niet (goed) meer oppakken of kauwen en hierdoor kunnen darmproblemen ontstaan. Ook zal het konijn de vacht niet meer kunnen onderhouden of de blindedarmkeutels eten. De conditie van het dier gaat dus snel achteruit. Gebitsproblemen kunnen ook op latere leeftijd ontstaan. Het is dan ook zinvol om regelmatig het gebit van uw konijn te controleren. Even de lipjes omhoog duwen om te zien of de ondertanden nog netjes achter de bovenstanden staan. Als dat niet het geval is, zullen de ondertanden en/of de boventanden regelmatig ingekort moeten worden. Sommige dierenartsen gebruiken een scherpe speciale tang om te knippen, weer andere gebruiken een slijpschijf, waarmee de tanden afgeslepen worden. Slijpen heeft altijd de voorkeur boven knippen, omdat bij de laatstgenoemde methode de kans groot is dat de tand gaat splijten of scheuren, vaak onder het tandvlees, dus onzichtbaar. Hierdoor kunnen kaakabcessen ontstaan. Het is daarom altijd sterk af te raden om tanden van uw konijn te (laten) knippen. Als inkorten van de tanden te vaak moet gebeuren kan dat een traumatische ervaring worden voor een konijn. Het is dan het overwegen waard om de tanden te laten verwijderen. Gewoon trekken kan niet, omdat de tandwortels (evenals kieswortels) enorm lang zijn, en bij gewoon trekken zou het kaakbot verminkt worden. Tanden uithalen is een zware ingreep, wat onder narcose moet gebeuren. Verwijderen gebeurt door middel van een speciaal lepelvormig instrument, waarmee de tand uit het bot gelepeld wordt. Na de ingreep krijgt het konijn een antibioticumkuur, om infecties te voorkomen, en het moet voldoende pijnstillers krijgen, pijnstilling is van levensbelang. Omdat het dier niet meer kan afknagen, moet het voedsel in hapklare brokjes aangeboden worden. Zo kan het voedsel met de tong naar de kiezen geduwd worden, waar het verder kan worden vermalen. Ook hooi moet in stukjes van een paar centimeter geknipt worden. Sommige konijnen eten vrij snel na deze ingreep, bij andere duurt het langer voordat ze aan de nieuwe situatie gewend zijn. In het laatste geval zal er gedurende een periode gedwangvoerd moeten worden, tot het konijn gelooft dat het zelf kan eten. Haken aan kiezen. Het is inmiddels algemeen bekend dat konijnen ook haken(uitsteeksels) aan de kiezen kunnen krijgen. Dit kan bij konijnen van elke leeftijd op een gegeven moment optreden. De haken maken wondjes in de tong en/of in de wang en dit is zeer pijnlijk. Symptoom van haken is dat het konijn steeds langzamer gaat kauwen en zodoende langer over zijn eten doet. Soms stopt het halverwege, om na een poosje weer iets te eten. Vaak heeft het natte mondhoeken van het kwijlen, dit is niet altijd goed te zien maar wel met de vingers te voelen. Bij meer pijn komt het konijn blij op het etensbakje afgerend, want het heeft wel honger, maar het gaat niet eten. Nog later zal het konijn stil in een hokje gaan zitten en reageert niet op eten, het heeft te veel pijn. Meestal stopt het konijn het eerst met het eten van hooi, het intensief kauwen hierop is te pijnlijk. Vervolgens gaat het groenvoer moeizamer naar binnen, droogvoer (vooral biks) kauwt makkelijk en wordt meestal nog een tijd doorgegeten. Natuurlijk is het altijd mogelijk dat uw konijn juist het eerst stopt met biks eten, en lang doorgaat met groenvoer te eten. Bij elke verandering in de eetgewoonte moet u dus alert zijn op gebitsproblemen. Kleiner wordende keutels en/of gasaanvallen kunnen ook veroorzaakt worden door een gebitsprobleem. Door pijnstress vermindert de darmwerking onmiddellijk, waardoor de spijsvertering niet goed verloopt. Als u deze symptomen bij uw konijn ziet is het zaak de kiezen goed te laten nakijken door een dierenarts. Deze gebruikt hiervoor een otoscoop, dat is een instrumentje met een lampje, waarmee tot achterin het konijnenbekje gekeken kan worden. Aan het instrument dient een hulpstuk te zitten waarmee de wangplooi opzij geduwd word. De haken zitten meestal aan de achterste kiezen, en zijn zonder zo’n hulpstuk niet te zien. Zelfs is het met de otoscoop vaak niet goed te bekijken, en zal het konijn een lichte narcose moeten krijgen, zodat de bek goed geïnspecteerd kan worden. De haken moeten verwijderd worden door middel van slijpen, en dat kan alleen echt nauwkeurig gebeuren wanneer het konijn onder narcose is gebracht. Het is belangrijk haken aan kiezen met spoed te laten verwijderen, omdat een konijn door het niet eten en de pijn snel verzwakt, en zijn conditie afneemt. Ook minimale haakjes die schijnbaar geen last zouden kunnen veroorzaken, kunnen oorzaak zijn van de problemen van uw konijn. Het beste kan het dier na de ingreep direct een pijnstiller toegediend krijgen, omdat er nog sprake kan zijn van wondjes, die eten een pijnlijke geschiedenis maken. Door deze ingreep is het konijn onmiddellijk genezen van de kwaal en zou zich weer op het eten moeten storten. Echter wordt regelmatig gesignaleerd dat konijnen die niet onder narcose geholpen werden, wel willen gaan eten, maar het toch niet doen. Mogelijkheid is dat het dier, door het krampachtig, ongewild openhouden van zijn bekje, zijn kaak geforceerd heeft, of er kan een spiertje gescheurd zijn. Beide kunnen behoorlijk pijnlijk zijn. Zo’n konijn kan beter gedwangvoerd worden, tot de pijn weg is en het dier weer zelf gaat eten. Het dwangvoer dient volwaardig en hoogvezelig te zijn, zaken als baby wortelhapje zijn uitsluitend als noodgreep bedoeld. Een grote reden voor gebitsproblemen kan zijn dat een konijn te veel droogvoer krijgt, en daardoor te weinig hooi eet. Daardoor malen de kiezen te weinig per etmaal. Het commerciële droogvoer vereist niet veel kauwbewegingen om fijngemalen te worden, het geeft snel een vol gevoel en het konijn stopt snel met eten. Het is daarom altijd aan te bevelen 24 uur per dag hooi te geven en voldoende groenvoer (gras is erg goed). Het kant en klare droogvoer zou zoveel mogelijk geminimaliseerd moeten worden, zodat het konijn met het eten van hooi en groenvoer optimale maalbewegingen moet maken en hier het grootste gedeelte van de dag (en nacht) mee bezig is. Hierdoor wordt de kans op het ontstaan van haken kleiner. |
||