DARMSLIJMVLIESONTSTEKING EN DARMVERGIFTIGING VEROORZAAKT DOOR ANTIBIOTICA Oorspronkelijk artikel: Vertaling: Willem v.Koeveringe. Waarom moet uw dierenarts opletten als hij ervoor kiest uw konijn te behandelen met antibiotica en welke antibiotica zijn niet aan te raden om bij konijnen te gebruiken? Veel antibiotica beschadigen de normale gezonde darmflora wat dan weer kan leiden tot verstoring van de darmflora met darmslijmvliesontsteking als gevolg, of tot darmvergiftiging en/of diarree, wat dodelijk kan zijn voor het konijn. Ziekten worden veroorzaakt wanneer een teveel aan pathogene (ziekmakende) bacteriën gif produceren die de blindedarm en de maagpoort beschadigen, en/of andere lichaamssystemen infecteren. Clostridium spiroforme, een bacterie die normaal in kleine hoeveelheden in het achterste darmgedeelte van het konijn leeft, is de meest voorkomende oorzaak van darmvergiftiging, deze bacterie produceert een gif dat te vergelijken is met het gif dat botulisme en voedselvergiftiging veroorzaakt. E.Coli en andere ziekmakende bacteriën kunnen zich verder ook snel vermenigvuldigen en de oorzaak van ziekte zijn. Niet alle antibiotica geven problemen, alleen de antibiotica die de darmflora beïnvloeden. Deze antibiotica doden de normale gezonde bacteriën in de blindedarm en in de maagpoort. De meeste van deze gezonde bacteriën leven in een omgeving zonder zuurstof. De kans op darmslijmvliesontsteking en darmvergiftiging door antibiotica is groter wanneer het oraal (in de mond) wordt toegediend dan wanneer het wordt geïnjecteerd. Een koolhydraatrijk dieet (suikers, zetmeel, zoals graan en bloem maar ook suikerrijk fruit zoals druiven en bananen) verhogen de kans op
darminfectie. Dit komt doordat koolhydraten de normale darmflora uit balans brengen
en omdat de Clostridium spiroforme bacteriën koolhydraten nodig hebben om
hun gif te kunnen maken. Antibiotica in de macroliden groep (o.a. clindamycin, erythromycin
en lincomycin), de penicilline familie (o.a. ampicilline en
amoxicilline) maar ook verschillende andere antibiotica kunnen bij konijnen
darmslijmvliesontsteking veroorzaken. De kans op problemen van met sulfa bereide medicijnen en met antibiotica uit de quinolonen groep (bijv. Baytril) is te verwaarlozen. Een konijn heeft een darmslijmvliesontsteking bij één of meer van de volgende
symptomen: Darmslijmvliesontsteking en darmvergiftiging worden behandeld door de darmbeweging te stimuleren, o.a door eten en drinken onder dwang naar binnen te krijgen. Hierdoor wordt de groei van pathogene (ziekteverwekkende) bacteriën geremd en het produren van gif verminderd, en wordt de groei van de normale darmflora gestimuleerd. Het voorkomen van uitdroging en dus het op peil houden van de normale vochtbalans is uiterst belangrijk. Electrolytische oplossingen (zout-suikeroplossingen) worden vaak onderhuids ingespoten of met een spuitje via de mond gegeven. Darmwerking bevorderende medicijnen (zoals in Nederland vaak Primperan
of Presulsid) en een vezelrijk dieet, desnoods via
dwangvoeren, hebben meestal het beste resultaat. Antibiotica hebben een beperkte waarde bij het behandelen van de ziekte en worden meestal slechts als ondersteuning gebruikt. Voorkomen van darmvergiftiging hangt af van een goede woonomgeving en het voorkomen van stress. Geef een dieet met niet minder dan 16% vezels en hooi van een goede kwaliteit, terwijl plotselinge veranderingen in het dieet voorkomen moeten worden. Spenende konijnen moeten vanaf 3 weken voedsel (inclusief hooi) gekregen hebben, vroeg of geforceerd spenen (bij de moeder weghalen) moet voorkomen worden. |
||
terug |