Coccidiose. Het komt veel voor dat zich in het lichaam van een konijn coccidïen bevinden,
zonder dat het konijn ziek wordt. Als bij onderzoek van de keutels coccidïen
gevonden worden is het niet altijd gezegd dat dan een behandeling moet volgen.
Coccidïen zijn microscopisch kleine, eencellige parasieten die het
darmstelsel en de lever van konijnen zowel als andere dieren aantasten. Coccidïen zijn de
meest voorkomende parasieten in het darmstelsel van een konijn en een veel voorkomende
oorzaak van ziekte van jonge konijnen.
De symptomen van coccidiose treden meestal op tijdens of vlak na
stress, bijvoorbeeld door weersveranderingen, omgevingsveranderingen, een lange autorit,
een zeer vieze kooi of bij koorts. In het algemeen wordt het darmkanaal het eerst
aangetast, wat in milde gevallen resulteert in diarree. In ernstige gevallen is de
ontlasting waterig, met stukjes ontlasting en kan er zelfs bloed in de ontlasting
voorkomen. Het konijn droogt hierdoor snel uit, verliest gewicht, wordt lusteloos en wil
niet meer eten en/of drinken.
Alle konijnen-coccidïen zijn leden van dezelfde familie, de
Eimeria. Er zijn 12 soorten konijnen-coccidïen gesignaleerd in geïnfecteerde konijnen,
maar slechts een paar hiervan zijn belangrijk genoeg om een konijn ziek te maken.
Verder
moet de weerstand van het konijn verminderd zijn, of er moeten twee of meer verschillende
coccidïen (die elkaars ziekmakende werking versterken) aanwezig zijn om ziekte te veroorzaken.
Daarom is de precieze rol van de verschillende soorten coccidïen
in het veroorzaken van een ziekte niet helemaal bekend. Intussen hoeft bij de aanwezigheid
van slechts een paar coccidïe oöcysten (het stadium dat de coccidïen zich in de uitwerpselen
van het konijn genesteld hebben) bij een parasitair onderzoek van de keutels niet perse de
diagnose coccidiose gesteld te worden.
Diagnose stellen
De diagnose wordt gesteld door het vinden van
oöcysten (klonten eitjes) in uitwerpselen- of galmonsters.
Eimeria perforans, Eimeria magna, Eimeria media, Eimeria
irresidua.
De belangrijkste soorten darmcoccidïen zijn
E. perforans, E.
magna, E. media en E. irresidua, hoewel de soort coccidïen waarmee het konijn besmet is niet
zo belangrijk is als de gezondheid van het konijn. Konijnen worden besmet door het eten
van keutels die de coccidïe oöcysten bevatten. Dit kan gebeuren als het konijn zijn voeten
of zijn vacht schoonmaakt, waar keutels van een ander, besmet konijn aan zitten. Hoewel
konijnen hun blindedarmkeutels eten wordt over het algemeen aangenomen dat daar geen
besmettelijke oöcysten in zitten.
Darmcoccidiose
Klinische tekenen van darm-coccidiose varieren sterk,
afhankelijk van de leeftijd van het konijn, de betrokken organismen, de mate van
besmetting en de kans op ziekworden van het dier (beïnvloed door leeftijd,
stress, dieet etc.) De tekenen zijn vaker te zien bij jonge konijntjes met hun onvolgroeide
afweersysteem. De symptomen kunnen zijn: gewichtsverlies, met tussenpozen hevige
diarree dat bloed of slijm kan bevatten, en uiteindelijk uitdroging. Dieren die lijden aan
zware diarree kunnen een ernstige aandoening aan de ingewanden krijgen, een blokkade van
de darmen doordat deze in elkaar kronkelen.
Maar
vooral bij volgroeide konijnen kunnen regelmatige gasaanvallen of verstoppingen, terwijl de keutels niet afwijkend zijn, ook in de richting van
coccidiose wijzen.
|
Cyniclomyces guttulatus, een
gist die gevonden kan worden in konijnenkeutels, wordt vaak bij een uitwerpselen-onderzoek verward met coccidïën.
Dit is een vergissing die regelmatig gemaakt wordt door dierenartsen die niet erg bekend
zijn met konijnen. Deze gist maakt deel uit van de normale darmflora van
konijnen. De Nederlandse benaming is brillendoosgist. |
Levercoccidiose (Eimeria stiedae)
Slechts één soort, Eimeria stiedae, die in de lever parasiteert,
wordt buiten het darmstelsel gevonden. Eimeria stiedae kan in elke grote groep konijnen
gevonden worden, van fokkerij tot opvangcentrum.
Rontgenfotos kunnen uitwijzen dat de lever vergroot is en dat er veel vocht
in de buik zit. Bloedproeven zullen bevestigen dat de lever beschadigd is en dus zal de
diagnose levercoccidiose gesteld kunnen worden.
Ziekteverloop
Er kunnen lichte infecties zijn zonder symptomen, of er kan
lichte of vertraagde groei van de coccidïen zijn, maar de ziekte kan vooral bij jonge konijnen fataal verlopen. Bij baby-konijntjes kan de leveraantasting zo snel gaan, dat ze
van het ene op het andere moment dood omvallen! Zwaar geïnfecteerde konijnen vertonen
tekenen die wijzen in de richting van storing van de leverfunctie en blokkering van de
galwegen. Deze konijnen stoppen met eten en verzwakken: op het laatst van de ziekte hebben
ze diarree of verstopping. Soms is de (onder)buik vergroot en de huid kan een gelige kleur
krijgen.
DE BEHANDELING VAN COCCIDIOSE
De belangrijke rol van de medicijnen is de groei van
de parasiet tegen te
houden tot het konijn weerstand opgebouwd heeft en de coccidiën weer onder controle heeft.
Voor de behandeling van
coccidiose kunnen op sulfa gebaseerde medicijnen gekozen worden, zoals
bijvoorbeeld ESB3 of toltrazuril. Soms wordt tegelijkertijd trimethoprim-sulfa
ingezet. Dit laatste is vooral nuttig bij een zware besmetting, als de
coccidiën de darmwand zo ernstig beschadigen dat E. Coli of een
andere bacterie een ernstige bijkomende infectie kan veroorzaken.
Sterven aan coccidiose wordt meestal veroorzaakt door uitdroging
en bijkomende bacteriële infecties. Behandeling en preventie van darm-coccidiose is
hetzelfde als voor lever-coccidiose. Er zijn geen vaccinaties mogelijk tegen coccidiose.
Hoe werkt het
De vroege
delingsstadia van de parasiet in de darmwand kunnen niet door medicijnen
worden aangepakt, alleen de laatste delingsstadia, die onder andere voor
voortplanting zorgen, en de oöcysten produceren. Medicijnen
kunnen de deling van de organismen tegenhouden, maar niet de
coccidiën doden. Maar doordat de deling
afgeremd wordt, kan het konijn weerstand tegen de coccidiën ontwikkelen, en
op deze manier zichzelf genezen.
ESB3
ESB3 moet vaak als poeder in het drinkwater
als kuur gegeven worden. Echter is het twijfelachtig hoeveel medicijn dan
werkelijk wordt ingenomen, zeker als een konijn te ziek is om te drinken.
Wanneer een konijn niet of nauwelijks drinkt is het nodig om regelmatig over de dag het zieke dier met een spuitje wat van de oplossing rechtstreeks in de mond te geven.
TOLTRAZURIL
Het meest effectieve middel om coccidiose te behandelen
is toltrazuril (Toltrazuril drops®, Baycox®) Dit middel werkt op alle
stadia van de coccidiën cyclus, dus ook op de vroegste deling. Toltrazuril
is verder ook het meest effectieve middel bij levercoccidiose. Dit middel
wordt direct in de mond ingegeven. Het is af te raden om het door het drinkwater te doen, omdat het erg vies is en het konijn niet zal willen drinken. Het is
verstandig de kuur te herhalen.
Hygiëne
Hygiëne is uiterst belangrijk. De oöcysten in keutels van 36-48 uur oud vormen sporen die de
omgeving besmetten. De kooi moet daarom dagelijks schoongemaakt worden, en
dagelijks wordt vers stro gegeven. De voer- en waterbakken en drinkflesjes
worden veelvuldig gereinigd. Keutels, ook in de leefomgeving, kunnen beter
direct verwijderd worden zodat geen (her)besmetting kan plaatsvinden.
*** |