Lieve Oom Albert, |
|
|
terug | Het is nu ruim een week dat je niet meer bij me bent. Van 'Konijn en ik' is alleen de 'ik' nog over, en ik mis je verschrikkelijk. Het is zo leeg en stil in huis... Geen vlugge voetstapjes meer op de houten vloer. Geen geklauter op de meubels en de verwarming. Geen gerommel meer met kleedjes en dozen en papieren. Het zijn zulke kleine dingen allemaal. Je kwam bijvoorbeeld vaak gezellig aan mijn voeten liggen als ik aan het werk was. Of erop. En dan om de haverklap vragen of de balkondeur open mocht, zodat je in je zandbak kon spelen en naar de wereld buiten luisteren. En in de zon liggen zoals alleen jij dat deed: helemaal op je zij. Als ik 's ochtends niet vlug genoeg kwam na het aflopen van de wekker, kwam jij als een tweede wekker aan de slaapkamerdeur krabbelen. Je deed het ook weleens lang voordat de wekker afliep, en als jij eenmaal in je koppie gezet had dat ik eruit moest, dan kon ik verder slapen wel vergeten. Weet je nog hoe heerlijk je kon schooien om koekjes en chocola? En hoe ik een kommetje chips altijd buiten je bereik moest zetten, omdat je het anders onder mijn handen vandaan at? En hoe je 's ochtends weleens bij me op tafel klom en dan mee at aan het ontbijt? En weet je nog hoe je het nieuwe Kerststalletje binnen een paar weken kaal at? Nu is er niemand meer die op de grote stoel klimt en me uitnodigt voor een uitgebreide likbeurt in ruil voor een aaibeurt. Niemand meer die om mijn voeten heen dartelt als ik door de kamer loop. Geen enthousiaste begroetingen meer als ik binnenkom. En als ik wegga, niemand meer die zegt: "Wherever you go, whatever you do, I will be right here waiting for you." Want je bent er niet meer. Ik moest je veel alleen laten - veel meer dan me lief was. Maar omdat ik onberedeneerd voorvoelde dat dit het einde was, hebben we die laatste week ontzettend veel tijd samen doorgebracht. Volgens mij begreep jij het ook. We hebben echt afscheid genomen die week. Het enige dat ik betreur is dat ik je die laatste nacht niet toch in de slaapkamer heb toegelaten, zoals mijn hart me op dat moment eigenlijk ingaf. Dat was iets dat je altijd probeerde, maar je hele leven niet had gemogen. Het had nog zo'n mooie nacht kunnen worden... We zijn bijna vier jaar samen geweest, en ik ben blij dat je na het ietwat traumatische begin van je leventje uitgegroeid bent tot een gelukkig en gezellig konijntje. We hebben het fijn gehad samen, hè jonkie? Ik had je ook dolgraag langer bij me gehouden. Maar die narcose iedere paar maanden om je kiesjes bij te slijpen moest een keer fout gaan. De laatste keren had je al heel veel moeite om wakker te worden; deze keer sliep je door voorgoed. We hebben je lieve lijfje begraven op een zonnig plekje in de bossen achter Amy's huis. Op een bedje van je eigen geliefde kleedjes, in een mooi doosje dat we van de dierenarts hadden gekregen. Lief nijntje van me, ik hoop toch zo dat je het fijn hebt daar aan de overkant van de regenboogbrug. Geniet maar fijn van de zon en het zand en alle nieuwe holletjes om te ontdekken. En misschien is er ook wel een veldje vers gevallen sneeuw om in rond te dollen? Geniet ook van de vele speelkameraadjes die je plotseling hebt. Zeker zeven van hen zullen op een blijde dag samen met jou op me af komen stormen wanneer ik eindelijk bij jullie kom aan de overkant. En als het nog lang duurt, zullen dat er alleen maar meer en meer worden. Bedolven onder de konijnen! Maar tussen jou en mij was het toch heel speciaal, en de afgelopen jaren was jij voor mij zonder twijfel het liefste konijntje van de hele wereld. En ik verlang er nog honderd keer per dag naar dat je weer bij me kon zijn. Zelfs al zou je de ganse dag verbeten op mijn voeten willen jagen - als je er maar weer was. Ik mis je, Oom Albert. De herinneringen zijn ontelbaar, en zo levend. Kleine dingen vooral, maar o zo dierbaar. Pagina's zou ik er over vol kunnen schrijven. En ik kan haast niet wachten tot ik je weer in mijn armen kan sluiten, en jij me weer overlaadt met konijnekusjes. Pas dan zullen mijn laatste woorden aan jou daar bij de dierenarts bewaarheid worden: "Tot straks, jonkie." Tot straks... Heel veel kusjes en knuffels, en alle liefs van Baasje |
|