LIEVE MAZZEL,

 

 
  Je woonde twee deuren verder, samen met je vriendinnetje. Je had geen hok, geen eten of drinken. Jullie renden gewoon door de tuin, en moesten maar voor jullie zelf zorgen. Joyce vond dat zo zielig dat ze voor jullie begon te zorgen. Ze bracht jullie regelmatig eten, en al snel kenden jullie haar. 

Op een dag werd gevraagd of wij de konijntjes misschien wilden hebben, en na enige twijfel, we hadden namelijk al een konijn besloten we jullie toch op te nemen. Voor jouw vriendinnetje hebben we een goed tehuis gezocht, en jij bleef bij ons. Je besloot gelijk dat ik je nieuwe vriendin werd, en waar ik was, daar was jij ook. 

Ook bij ons rende je vrij door de tuin, met dit verschil dat je een winter en een zomerverblijf had. In de zomer wipte je af en toe naar binnen voor een bezoekje, en als het dan weer winter werd, en de deur dichtging dan snapte je daar niets van. Je bleef dan net zo lang voor de deur zitten kijken totdat ik je niet meer kon weerstaan, en naar buiten ging voor een knuffel. 

Ik kan je niet vertellen hoe erg ik dat mis. 

Je woonde 6 jaar bij ons, en al die tijd was jij mijn zorgenkindje. Je had namelijk gebitsproblemen, en elke keer weer opnieuw moesten we bij de dierenarts je tanden laten verzorgen. Elke keer opnieuw was ik bang dat er iets mis zou gaan en maakte ik me zorgen. Toch knapte je elke keer weer op. Tot op een dag je echt heel erg ziek was. Je had een infectie in je hoofd en de dierenarts kon niets meer voor je doen. 

We moesten je in laten slapen. Ik kan je niet vertellen hoeveel verdriet ik hier van heb, en hoe erg ik je mis. Ik hoop dat ik jou ooit weer terug zal zien op de regenboogbrug, en tot die tijd leef je verder in mijn hart.

Dikke knuffel van Sil

 
 terug