Het lijkt alweer zo lang geleden dat je bij me weg ging.. Eigenlijk is het
nog maar een week.. wat hebben wij een avonturen beleefd in die 2,5 jaar
dat jij bij mij mocht zijn.
Ik weet alles nog zo goed.. Op een ochtend bezorgde ik de kranten, en ik
fietste altijd langs de kinderboerderij waarvan gezegt werd dat de
dieren die daar zaten mishandeld werden.. Dit verbaasde me ook niet zo
veel. De konijnen zaten in kleine hokken die amper verschoont werden, en
vaak hadden ze geen eten en drinken. Soms kwam ik nog wel eens wat
brengen, maar ja. Ik had er niets te zoeken. Ik zorgde liever voor mijn
dieren die wél een goed leven hadden, want dit was toch onbegonnen werk.
Tot op die ene ochtend. Ik fietste langs, en zag een paar kinderen aan
de oren van een groot grijs konijn trekken. Daarna sloegen ze hem met
een stok. Ik schreeuwde dat ze daarmee op moesten houden, en ze renden
snel weg. Toen ik bij hem kwam, zag hij er lamlendig uit. Erg
ongelukkig. Ik had vreselijk medelijden met je.
Hij had kale plekken in je vacht, en zijn snorharen leken wel afgeknipt.
Ik aaide hem lekker, terwijl hij zijn ogen sloot en er van genoot. Het
was een blauwe rex.. Jij was deze blauwe rex, waar ik op slag verliefd
op was. Ik ging naar huis met dit verhaal, en liet mijn moeder in een
boek zien wat voor konijn je was. Ze vond dat ik jou moeilijk mee kon
nemen, omdat ik dan alle konijnen daar wel weg kon halen.. maar zo was
het niet. Jij was er het ergst aan toe. Bovendien beten al die andere
konijnen heel erg, dus die zou ik niet eens mee kunnen nemen. Zo
gebeurde het heel vaak dat ik elke ochtend jou kwam voeren op de
kinderboerderij. Soms merkte ik dat iemand je weer te grazen had
genomen.
Mijn ouders gingen een weekend weg, en ik lag wakker, denkend aan jou..
Het was al 2 uur s'nachts en ik moest de volgende dag gewoon naar mijn
werk om 9 uur. Je hield me echt wakker. Ik besloot je te gaan halen. In
mijn pyama, met een muts op me kop sloop ik het huis uit, zachtjes voor
mijn zus die nog lag te slapen. Ik fietste naar de kinderboerderij, en
nam je mee. Ik stopte je zo lang in mijn moeders fietstas, en ging snel
naar huis.. Eenmaal thuis schrok ik wel even.. Ik dacht namelijk dat je
een vrouwtje was, maar je bleek een mannetje. Je kon nog niet bij mijn
andere konijnen. Ik maakte een hokje voor je waar je zo lang in kon. Een
omgebouwde boodschappenkar. Hier zette ik je die nacht in, en overdag
liet ik je vrij door de tuin. Toen ik de volgende dag samen met mijn zus
aan het werk was, vertelde ik haar wat ik had gedaan. Ze schrok nogal,
want ze is ook niet zo'n konijnen freak. Ze vond het nogal stom, totdat
we thuis kwamen. Ze aaide je, ze praatte tegen je, en ze was net zo gek
op je als ik. me zus zei dat ik het best tegen pa en ma kon zeggen als
ze belden, en dat heb ik ook gedaan. Ze wilden jou eerst wel eens zien
voordat ze besloten of ik je mocht houden of niet. Als je overdag in de
tuin rende, zat je steeds bij de konijnenberg te kijken naar mijn andere
konijnen. Ook zij waren heel nieuwschierig naar je. Ik maakte een
afspraak voor een castratie, en je kon meteen de volgende dag terrecht.
Ik gaf je goed van eten en drinken, en ook mijn ouders waren helemaal
weg van je. Ik besloot je Baileys te noemen. Een drankje, waar ik toen
nogal gek op was.. zo zacht als jouw vacht.
We deelden alles samen. Ik had een riempje voor je, en nam je vaak mee
op de fiets in een mand op het stuur. Met je oren in de wind, en je
voorpoten over de rand van de mand keek je dan uit op de grote wereld..
Nooit fietste ik meer langs die plek waar ik jou vandaan had gehaald..
Ik wou er nooit meer heen. Na verloop van tijd kon je bij de vrouwtjes
in het grote hok. Dit ging meteen goed. Ze waren helemaal verliefd op
je. Ik had op dat moment 2 vrouwtjes, Snipper en Koblenko. Koblenko was
zwanger, en kreeg niet veel later jongkies. Allemaal black 'n tans. Ik
was ze al snel kwijt, en heb er zelf 1 gehouden. De jonge konijnen waren
ook helemaal gek van jou. Ook de cavia lag vaak op je rug te rusten. Je
zag er vreselijk gelukkig uit, en ik hoop ook echt dat je dat geweest
bent. Mijn vader had de bijnaam G.V.R. voor je bedacht. Je was ook net
een Grote Vriendelijke Reus.
na verloop van tijd kreeg je kale plekken in je vacht.. Ik wist niet wat
er aan de hand was.. Je keek dof uit je ogen, en je at veel minder dan
normaal.
Ik besloot met je naar de dierenarts te gaan, die me er op wees dat je
veel stress had, en misschien wel een depressie. Hij vroeg me naar je
verleden.
het was toen duidelijk dat het een trauma was. Je moest veel rust
hebben. Ik liet je s'nachts binnen slapen, bij mij op de kamer of in de
woonkamer. Het ging snel weer beter. Ik had je ook natuurlijke druppels
gegeven tegen stress, en je kreeg kamillethee. Kamillethee gaf ik mijn
andere konijnen ook vaak doordat het goed is voor de blaas, en helpt
tegen verkoudheid. Je was er snel weer bovenop, en je kon je oude leven
bij de andere konijnen weer oppakken.
Op een dag vond ik langs de kant van de weg een jong wit konijn. Hij zag
er niet uit, en was waarscheinlijk aan gereden. Ik nam hem mee. Dit
bleek een witte dwergrex te zijn, en ook deze werd liefdevol opgenomen
in de familie.
Ik noemde haar Mirre. Jullie waren vaak samen. Samen in de schaduw,
samen eten, alles samen.. wat een leuk gezicht was dat. Soms vochten de
dames helemaal om je.
Op een dag (een maand geleden) kreeg ik ruzie thuis. Ik besloot mijn
boeltje te pakken, en een paar dagen naar Groningen te gaan, waar mijn
vriendin woont. Ik gaf jullie heel veel eten, en hing 4 flessen water
aan jullie hok, zodat ik zeker wist dat jullie het wel zouden redden in
die 3 dagen.
Toen ik terug kwam, heb ik een eigen huisje gevonden. Ik kwam alleen nog
om jullie te voeren. Ik had het erg druk met mijn eigen emoties, en
hield me veel te weinig bezig met jou, Angel, Snipper, Koblenko en
Mirre.
Ik kreeg na 2 weken te horen dat ik dat huisje uit moest, doordat er
iemand was die een hogere huur kon betalen dan ik. Ik voelde me belazerd
en moest weer terug naar huis, wat ik helemaal niet wou. De ruzie thuis
was bijgelegt, maar ik voelde me een mislukkeling. Toen ik thuis kwam
heb ik eerst een potje zitten janken. Toen ik jullie ging voeren, zag ik
jou opeens niet meer aankomen. De dames zaten lekker te eten, maar jou
kon ik nergens zien. niet in de binnenhoken, niet op de berg... Er waren
geen holen gegraven, dus daar kon je ook niet in zitten.. Tenzij die
holen waren ingestort... Dit schoot door mijn hoofd. Ik dacht niet na..
pakte een schep en groef overal in het hok. Mijn vader vroeg wat er
was.. ik schreeuwde dat je dood was.. was in paniek.. Mijn vader groef
verder, want ik kon niet meer. Ik was op.. Mijn moeder stond voor het
raam. Elk hoekje kamden we uit.. we konden je niet vinden, tot bij dat
laatste plekje, mijn vader opeens iets groots opgroef.. Dat was jij..
Morsdood..
|