HOE WOONT MIJN KONIJN......BINNEN?

HOE WOONT MIJN KONIJN......BUITEN?

 

Hoe woont mijn konijn binnen?

Als je een kooi voor je konijn kiest, kies dan geen aquarium, of een kooi met dichte wanden. Ook geen kooi met een plastic kap met een schuif. In zo'n kooi is niet genoeg lucht-circulatie. En dan kan je konijn een ziekte aan de luchtwegen krijgen. In de zomer kan het in zo'n dichte kooi veel te warm worden, en dat is niet goed. Deze kooi is heel konijnonvriendelijk, je konijn kan niet eens een beetje rechtop zitten, als hij wat ouder is.

Een kooi moet minstens 80 cm. breed zijn. Maar groter is altijd beter. In een kooi van 80 cm. heeft je konijn een beetje bewegingsvrijheid. Zo'n kooi heeft een bovenklep en een deurtje aan de voorkant. 

 
Deze kooi is 100 cm. breed. Er is ruimte genoeg voor een doosje met hooi, waar dit konijn graag in zit/ligt. Deze maat kooi is goed als je konijn veel uren per dag vrij mag rondlopen. Anders is er een nog grotere kooi nodig. Maar een konijn moet toch elke dag een paar uur vrij kunnen rondlopen. 
 

Je moet proberen de kooi op een koele plek te zetten, waar het niet vochtig is. Niet bij de verwarming, en niet op de tocht, het beste een stukje van de grond af.  Een goede temperatuur voor konijnen is tussen de 18 en 20 graden celcius.

De kooi is een plaats waar je konijn kan rusten, en zich veilig voelt. Maar een heel stil hoekje is niet zo geschikt. Je konijn kan zich dan eenzaam gaan voelen. Beter is een plek waar je konijn mensen kan zien en horen, want konijnen houden van aandacht.

De bodem van de kooi moet een dichte plastic bak zijn, gemakkelijk om schoon te houden. Op de bodem leg je stro. Je konijn maakt een mesthoek, als je die weet kun je in die hoek een dikke laag organische vulling strooien. De kooi moet minimaal 1x per week verschoond worden, de mesthoek vaker. 

Dit zijn geperste korrels van papier of houtvezels. Deze korrels nemen heel veel vocht en vieze luchtjes op. Zo blijft de kooi heel erg schoon, en wordt verschonen een makkelijk werkje. Ze zijn overal te koop. Let op dat je geen geparfumeerde korrels koopt!

Zaagsel kun je beter niet gebruiken als bodembedekker, omdat hier giftige dampen uitkomen. Heel veel konijnen gaan niezen of hebben traanogen, of voelen zich niet zo lekker. Dit kan komen door het zaagsel. 

De kooi moet groot genoeg zijn om er een soort slaaphoek in te maken. Bijvoorbeeld een doos met een gat, waar je konijn zich een beetje kan verstoppen als hij dat wil. Of je kunt een hoek van de kooi afdekken met een doek, zodat je konijn daar achter kan kruipen om te rusten of te slapen. En er moet een "konijnenwc" in kunnen, meestal in de achterste hoek van de kooi. 

   

Met een konijnenwc leer je je konijn zindelijk te worden. Hier neem je een lage doos voor en die vul je met een laagje organische vulling en daar bovenop hooi. Je konijn moet gemakkelijk in en uit de doos kunnen gaan. Let op waar je konijn plast en keutelt, en zet de doos op die plek. Je konijn gaat in de doos en eet hooi, of speelt wat, en poept en plast daar dan ook. Zo leert hij het in de doos te doen, wat weer handig is als je hem later kamer-zindelijk wilt maken. Nu moet er in de kooi nog ruimte genoeg over zijn voor je konijn om er languit in te kunnen liggen, zowel van voor naar achter als van links naar rechts.

 
Deze kooi is 110 cm. breed. Nu is er ook plek voor een plastic driehoekbak, gevuld met organische korrels en hooi. Dit is de konijnenwc. Natuurlijk staat er ook nog een kartonnen doosje. De driehoekbak kan elke dag verschoond worden, en tweemaal per dag nieuw vers hooi er op. 
 

Een waterfles is handiger dan een waterbak, een waterbak moet je tweemaal per dag schoonmaken. Maar als je konijn niet genoeg drinkt uit een fles, kun je beter een waterbak neerzetten, want het is belangrijk dat een konijn genoeg drinkt. De waterbak moet zwaar zijn, zodat je konijn hem niet om kan gooien. Hetzelfde is belangrijk voor de voerbak.

Het kleine traliedeurtje aan de voorkant gaat meestal naar onderen open. Leg op dat deurtje, als het open ligt, een opgevouwen handdoek, of een stuk vloerbedekking. Dan kan je konijn als hij naar binnen of naar buiten gaat niet met zijn pootjes vast komen te zitten tussen de tralies.

Als de kooi een beetje hoog staat, maar niet al te hoog, kun je een loopplank maken naar de deuropening van de kooi. Hieronder op de foto gaan de konijnen via een kist de kooi in en uit. De kist wordt tegelijk gebruikt om hooi en stro in op te ruimen. Op de plank zit vloerbedekking, om hem stroef te maken. Anders glijdt een konijn van de plank af. De loopplank moet stevig vastgemaakt worden! En ook afneembaar blijven zodat hij makkelijk opgeruimd kan worden als hij niet nodig is. 

   

Je konijn moet speelgoed hebben! Lege closetrollen, kleine kartonnen doosjes om mee te gooien, een balletje (bijvoorbeeld kattenballetje met een belletje erin), babyspeelgoed van metaal of plastic. Let op: als je konijn aan plastic speelgoed gaat knagen, dan onmiddellijk weghalen! Eigenlijk kun je van alles en nog wat aan je konijn geven, dan merk je vanzelf wat hij leuk vindt. Geef hem verschillende dingen tegelijk en wacht het een paar dagen af om te zien wat je konijn er mee doet. Voor nog meer speelgoed, als je konijn vrij rond mag lopen, kun je lezen op Speelgoed (klik hier)

   

 

Hoe woont mijn konijn buiten?

Een konijn alleen buiten is geen goed idee. Een konijn is een groepsdier, en vereenzaamt als hij/zij alleen moet wonen. Het wordt dan een treurig konijn. Dus als je geen konijn binnen kun houden, geef je konijn buiten dan een soortgenoot.

   

Als je zelf een hok maakt, moet je er goed aan denken dat het hok ruim genoeg moet zijn, en een apart, dicht nachthok moet hebben. Een hok van 1.50m breed en 60 cm diep is redelijk voor een dwergkonijn. 1/3 van de breedte moet gebruikt worden om een dicht nachthok te maken. Gebruik voor het hok een goede kwaliteit hout. De buitenkant van het hok moet wind- en waterdicht gemaakt worden. De binnenkant mag niet geverfd of gebeitst worden. Als je konijn aan de binnenkant gaat knagen is dat niet erg. Het betekent wel dat het konijn zich verveelt, dus daar moet je wat aan doen! Het hok moet een stukje van de grond af staan.

Aan het hok moet een ren gemaakt worden, zodat je konijn zelf in en uit de ren kan gaan. De ren moet groot genoeg zijn zodat je konijn kan rennen en huppelen, en sprongen kan maken. In de ren moet speelgoed zijn, dozen en boomstronken om op en af te springen, of aan te knagen. Boomtakken ook om aan te knagen. De ren moet aan de bovenkant dicht zijn met gaas, en een gedeelte moet  een deksel zijn, zodat je zelf in de ren kunt gaan. Katten of andere dieren kunnen nu niet in de ren springen. En je konijn kan er niet uitspringen! 

 

Dit is een voorbeeld van hoe op een klein plekje toch een rennetje aan het hok gemaakt kan worden, zodat de konijnen veel loopruimte hebben. Het gaas zou ook wel doorgetrokken kunnen worden,  om de poten van het hok heen, zodat de konijnen ook onder het hok kunnen.

 

Het beste kun je een stuk van de ren overkappen, zodat je konijn ook als het regent lekker droog in de ren kan. Als je konijn een echte graver is, moet de onderkant van de ren ook van gaas zijn, bijvoorbeeld gegalvaniseerd betongaas met kleine mazen (5x5 cm), zodat je konijn geen zere pootjes krijgt van over het gaas lopen. 

Je hoeft niet persé aarde of stoeptegels te gebruiken in een ren, gewoon gras is prima. Het omploegen valt reuze mee! 

Het is te eenzaam voor je konijn om de hele dag daar alleen te zitten, dus je moet genoeg aandacht aan hem geven. Als je twee konijnen hebt is dat beter (is altijd beter!), dan kunnen ze het wel een poos zonder jou stellen. In elk geval moeten konijnen 's nachts veilig zijn, dus in een goed afgesloten ren, en in een nachthok waar ze kunnen wegkruipen als ze bang zijn.