|
KONIJNEN EN KINDEREN
door Maryo van den Berg
Kinderen worden meestal onweerstaanbaar aangetrokken door dieren, vaak wordt een konijntje dan ook voor een kind aangeschaft. Voor een ouder kind kan een konijn een lief kameraadje zijn. Maar heel jonge kinderen en jonge konijntjes zijn, hoe schattig ze er allebei uitzien, de slechtste combinatie die je kunt bedenken.
Een jong kindje is niet geschikt om een konijntje als “eigen dier” te hebben, want het pluizige en mollig uitziende jonge konijntje heeft maar een fragiel en erg kwetsbaar skeletje. De botjes van de pootjes bijvoorbeeld zijn zo dun als luciferhoutjes. Een jong kindje kan een konijntje te hardhandig optillen of veel te stevig vastgrijpen, hier kan een jong konijntje niet goed tegen. Of het diertje wordt verkeerd vastgeklemd, waardoor het hevig kan gaan spartelen en de rug kan breken, of de armpjes en handjes van het kind lelijk verwonden met de scherpe nagels.
Liever een groot konijn
Om een jong kindje te leren goed met een konijn om te gaan, kan bij de aanschaf liever gekozen worden worden voor een volgroeid konijn. Het konijn kan dan ook beter van een groter soort zijn omdat, om maar iets te noemen, een Vlaamse reus beter tegen een stootje kan dan een dwergkonijntje.
Een heel jong kindje
Een heel jong kindje mag een konijn alleen aaien terwijl een volwassene het dier vasthoudt en het kinderhandje begeleidt. Als het kindje met de rug van het handje aait, dan kan het niet per ongeluk een vol handje vacht grijpen en nooit meer loslaten. Het konijn zal het fijn vinden om op die manier over de kop en de oren geaaid te worden. Zo kunnen kindje en konijn op een prettige manier aan elkaar wennen. Op de tijden dat het kindje door de kamer kruipt (of al loopt) kan het konijn beter veilig achter een hekje opgesloten worden. Zo kunnen ze elkaar niet (per ongeluk) bezeren, zoals in een groot glanzend oog prikken of aan een armpje krabben. Kindje en konijn mogen uitsluitend onder toezicht contact met elkaar hebben. Sluit het konijn ook achter een hekje als het kindje op de grond een stukje fruit of liga zit te eten. De kans is anders groot dat het lekkers door het konijn uit het kinderhandje gegrist wordt, of het kindje geeft het zelf. Samen met een grotemensenhand kan het kindje wel lekkere konijnendingen, zoals een wortel of iets dergelijks, aan het konijn geven.
Wat oudere peuter
De wat oudere peuters mogen iets meer, maar zij hebben enorm veel te leren om een goede relatie met een konijn op te bouwen. Als het konijn te groot en te zwaar is om opgetild te worden, dan ligt hier al een solide basis voor een goede verstandhouding tussen kind en konijn. Het kind kan het grote konijn aaien terwijl de poten van het dier veilig op de grond blijven. En geaaid worden vindt elk konijn heerlijk.
Konijnen vinden het heerlijk om op de kop en de oren geaaid te worden, maar veel konijnen zijn er een stuk minder van gediend wanneerde rug geaaid wordt. De peuter kan leren dat het konijn beter niet vanaf de achterkant geaaid kan worden want de kans is te groot dat het dier schrikt en wegvlucht. Het konijn wordt altijd vanaf de voorkant geaaid, zodat het dier ziet en begrijpt wat er gebeurt en daarvan gaat genieten.
Maar de peuter moet de goede omgang met het konijn nog leren om te voorkomen dat dit lieve jonge konijn, ondanks een goede start, bij het opgroeien toch verandert in een grommend en aanvallend monster. Een aantal regels zal in acht genomen moeten worden voor een goede band tussen peuter en konijn. Het kind mag niet met uitgestrekte handjes naar het konijn toe hollen en er achteraan rennen als het dier wegvlucht. Het konijn kan daar immers erg bang van worden en aanvallend gedrag gaan vertonen. Er mag niet naar geschreeuwd worden, niet aan de oren getrokken worden, niet aan een achterpoot worden getrokken als het konijn weg wil, niet in de rug worden gepord of naar geschopt worden, en het konijn moet met rust gelaten worden als hij slaapt of ligt te rusten.
Veel dingen te leren
Dat zijn erg veel dingen voor een peuter om te onthouden Omdat peuters nog niet echt het vermogen hebben om “te begrijpen” kan het een klus zijn om dit alles aan ze te leren. Het kind mag daarom ook nooit alleen gelaten worden met een konijn, omdat tijdige correcties nodig zijn om ongelukjes te voorkomens. Als de peuter in een drukke bui door het huis loopt te springen en te rennen, dan kan het konijn beter even veilig achter een hekje gesloten worden. Zo’n kleine, lawaaiige en snel bewegende uitgave van het grote, rustige menselijke exemplaar wat het dier al wel kent, kan ontzettend angstaanjagend zijn. Vanaf een eigen rustig plekje kan het konijn daar beter mee omgaan en eraan wennen.
Peuters moeten ook leren dat ze de vingertjes niet door de tralies van kooi mogen steken. Een kinderhandje ruikt vaak naar koek of andere lekkere dingen en een konijn ziet slecht. De kans bestaat dat het dier een kindervingertje met een lekker hapje verwart.
De bijtelscherpe tanden van een konijn kunnen diepe wonden maken in een kindervingertje, dus dit kan beter voorkomen worden.
Goede manieren
Een heel leerproces voor een peuter dus. Van de hele dag alles verbieden “niet doen! dat mag niet!”wordt een kind vaak eerder dwars dan gezeglijk. Beter kan op een begrijpelijke manier uitgelegd worden waaróm bepaalde dingen niet mogen (“zo wordt het konijn bang voor jou”), en vervolgens samen met de peuter doen hoe het wel mag (“zo vindt het konijn jou lief”). De peuter mag het konijn niet optillen, maar kan wel op de grond zitten zodat het konijn nieuwsgierig kan komen snuffelen. Met een worteltje kan het kind proberen om het konijn op schoot te lokken. Iets anders dan een worteltje kan ook, als het maar lang is, zodat niet per ongeluk in een vingertje wordt gebeten. Of het konijn kan op schoot gezet worden wanneer het kind op de bank zit. Een opgevouwen handdoek om blote beentjes tegen krassende nagels te beschermen is hierbij geen overbodige luxe.
Peuters vinden het prachtig om te helpen met de verzorging van het konijn, ze kunnen daarbij dan ook ingeschakeld worden en de eenvoudigste werkjes doen. Ze mogen ook hooi geven en de voerbak voor het konijn neerzetten als het etenstijd is. Dit laatste zal de band tussen kind en konijn in hoge mate versterken, omdat het konijn enthousiast op het kleine baasje of bazinnetje af komt. Het dier houdt een prettige herinnering aan het kind.
Door oplettende begeleiding en strakke regels zal een goede band tussen peuter en konijn ontstaan. Het konijn zal graag het gezelschap van het kind opzoeken wanneer dat op de grond speelt, en tussen het speelgoed verzaligd de kop op de grond leggen om heerlijk geaaid te worden.
 |
Oudere kinderen
Wat oudere kinderen vanaf ongeveer 8-10 jaar kunnen zelf goed voor een konijn zorgen, het schuwe en schrikkerige prooidier-aard van een konijn begrijpen en daar respectvol mee omgaan. Begrip voor de schuwe aard is nodig, omdat het konijn bij verkeerde benadering agressief gedrag kan gaan vertonen. En het is natuurlijk erg ontmoedigend om voor een konijn te blijven zorgen, terwijl het dier uitvalt naar je handen. Als kind en konijn goede maatjes zijn dan is er erg weinig kans dat de verzorging een keer 'vergeten' wordt. |
Leuk bezig zijn samen
Voor oudere kinderen is het ook een uitdaging om op een leuke manier met het konijn bezig te zijn. Kinderen verliezen meestal de belangstelling omdat het konijn de hele dag niet veel anders doet dan een beetje hooi zitten kauwen en voor zich uit suffen. Of het konijn rent weg als het benaderd wordt. Een kind is daar snel op uitgekeken en het gevolg is dat het konijn geen aandacht meer krijgt en tot zijn dood een beetje in een kooi of hok zit te zitten. Dat is allemaal niet nodig, want het is een feit dat een konijn juist graag speelt. Elk kind dat een goede band heeft met het konijn kan dan ook leuk met het dier bezig zijn. Die goede band is nodig, want zonder dat zou het konijn zich onverschillig kunnen gedragen “ik heb geen boodschap aan jou”, of te snel bang worden en wegrennen. Natuurlijk kan er met een konijn dat onverschillig, angstig of wantrouwig is niet gespeeld worden.
Huiskonijn makkelijker
Met een huiskonijn kan een betere band opgebouwd worden dan met een buitenkonijn. Een huiskonijn is immers gewend om veel met en tussen mensen bezig te zijn, luistert naar zijn naam en komt als hij geroepen wordt. Huiskonijnen begrijpen ook dingen die steeds herhaald worden, zoals woorden of bepaalde handelingen en reageren daarop. Huiskonijnen zijn dus een stuk verder in hun geestelijke ontwikkeling dan konijnen die buiten wonen. De wat oudere kinderen kunnen leuke spelletjes verzinnen voor een konijn als ze rekening houden met de aard van het dier. Elk konijn heeft een ander karakter dus niet alle konijnen vinden dezelfde dingen leuk. Konijnenspelletjes kunnen heel divers zijn, sommige konijnen vinden het zelfs leuk om te apporteren als een hond. Ze hollen achter een weggegooid speeltje aan, pakken het en brengen het terug. Zo’n speeltje mag niet zo zacht zijn dat het kapotgeknaagd kan worden, verder moet het uitsteeksels of gleuven hebben als houvast voor de tanden. Andere konijnen vinden het leuk om een toegerolde bal met hun neus terug te duwen. Zachtrubberen ballen zijn nooit geschikt als konijnenspeelgoed in verband met kapotknagen. Plastic en rubber verteert niet en kan ernstige maagdarmproblemen veroorzaken.
Veel konijnen vinden het te veel moeite om heen en weer te rennen en doen liever een rustiger spelletje. Een rij lege plastic flessen kan dan uitdagend zijn, één voor één worden de flessen omgegooid. Nadat de flessen weer overeind gezet zijn begint het spel weer van voor af aan. Spelletjes kunnen dus heel eenvoudig zijn. Zelfs met een simpel spelletje als een doos die opzij geduwd moet worden om een doorgang vrij te maken, kan een konijn een tijd bezig zijn. Is de doos uit de doorgang, dan kan hij weer teruggezet worden en begint het spel opnieuw.
Voedsel verstoppen kan ook een leuk spel zijn. Een lekkernij waar het konijn echt dol op is kan in de kleding verstopt worden. Het konijn mag overal zoeken waar het is. Dit is ook weer een spel die de band verstevigt, immers moet het konijn het kind grondig besnuffelen, misschien op de schoot springen om overal in de kleding te zoeken. Dichterbij elkaar kan bijna niet.
Er kunnen wat lage obstakels neergezet worden en met een lekkernij als lokaas kan het konijn gelokt worden om over de obstakels te springen. Voor dit spel is het nodig dat de lekkernij bij elk obstakel voor het konijn gehouden wordt zodat hij telkens moet springen om het te pakken. Te ver weg staan lukt niet, een konijn heeft een slecht zicht en moet dus ruiken wat er bedoeld wordt. Er mag ook niet al te lang gewacht worden met belonen, anders verliest het konijn zijn belangstelling. Dus in het begin na elke sprong een klein stukje lekkernij. Misschien lukt dit niet de eerste keer, het ene konijn leert sneller dan het andere en het dier moet eerst snappen dat hij ergens overheen moet. Maar oefening baart kunst. Als het konijn dit spel eenmaal doorheeft kan hij over een reeks obstakels springen voordat hij een beloning krijgt.
Niet elk konijn zal dit een leuk spel vinden want het is alweer afhankelijk van de aard van het dier.
Terug in de kooi
Van teruggaan in de kooi kan ook een spel gemaakt worden. Het konijn leert eerst dat zijn favoriete lekkernij uitsluitend in de kooi gegeven wordt. Daarbij wordt altijd hetzelfde woord gezegd, of hetzelfde geluid gemaakt. Met sommige lekkernijen kan in een doosje gerammeld worden, dat is een duidelijk signaal. Na een poosje zal het konijn snel de kooi inspringen wanneer hij het woord of geluid hoort.
Geen knuffel, wel een vriendje
Een konijn is geen knuffeldier, dat steeds opgetild en gedragen kan worden, of op schoot gehouden. Kinderen kunnen daar erg teleurgesteld in zijn en vinden al snel “niets meer aan zo’n konijn”. Maar het dier kan op zoveel andere manieren, juist voor kinderen, een hartstikke leuk kameraadje zijn.
|
|